Kies vervolgens links in het menu voor Studievoortgang periodes.

Om gebruik te maken van deze functionaliteit moet je beginnen met het inrichten van de studievoortgang periodes. Deze periodes hoeven niet synchroon te lopen met de ingerichte blokkentabel van je academie. Hoe je de periodes inricht mag je helemaal bepalen zolang de periodes maar een heel jaar beslaan dus van 1 september t/m 31 augustus. 

Houd er wel rekening mee dat deze periodes voor de hele academie gelden, het is niet mogelijk om deze per opleiding in te richten.

Voorbeeld:

Studievoorgang periodes die ingericht zijn:
- periode 1 (01-09/11-11)
- periode 2 (12-11/03-02)
- periode 3 (04-02/28-04)
- periode 4 (29-04/31-08)

Student heeft een cursus van drie studiepunten behaald door een toets/tentamen te maken op 01-02-2017. De studiepunten van deze cursus worden dan door Osiris geregistreerd in periode 2. Een coach of decaan ziet dan dat de student in periode 2, drie studiepunten heeft behaald. Ook op het SVO kan afgedrukt worden hoe de verdeling van studiepunten er over de gedefinieerde periodes uitziet.

Let wel, de studiepunten die geregistreerd staan op toets/tentamen data die niet in de gedefinieerde periodes vallen worden dus ook niet getoond.

Zoals je in de afbeelding hierboven ziet is het menu in twee onderdelen verdeeld.

1. Standaard studievoortgang periodes
2. Afwijkende studievoortgang periodes

Hier ga je het gehele jaar indelen in zelf gekozen periodes zonder er een jaartal aan te koppelen. Je kan deze inrichten in semesters, trimesters, bimesters, blokken etcetera,  zolang de periodes maar een heel jaar omvatten. De eerste periode 'Datum vanaf' moet gevuld zijn met 01-09 en de laatste periode 'Datum t/m' moet gevuld zijn met 31-08. Je kunt de periodes zo noemen/coderen als je zelf wilt.

Richt de standaard periodes correct in want deze gelden ongeacht het collegejaar.

Nadat je de standaard studievoortgang periodes hebt ingericht kun je besluiten om ook Afwijkende studievoortgang periodes in te richten. Dit doe je als er afwijkingen per collegejaar zijn op de standaard periodes. Je kunt maar 1 afwijkende periode opgeven per standaard periode. 

Om de consistentie te bewaken zitten er veel controles in dit scherm die zorgen dat het totaal van de afwijkende periodes past binnen de standaard periodes en aansluit op voorgaande jaren.

Om vervolgens een overzicht te krijgen van de voortgang van een student per periode moet je een Studievoortgangsoverzicht uit draaien. Dit doe je via menu 9.3.15.
Bij het uitdraaien van het SVO moet je zorgen dat bij 'Afdrukopties' 'punten per periode afdrukken' op Ja staat.

Je kunt Functioneel Beheer ook in laten stellen dat het SVO altijd afgedrukt wordt met Punten per periode op Ja. 

Vervolgens klik je op 'Uitvoeren'. Je krijgt dan een uitdraai van een SVO met aan het einde van het document een overzicht zoals getoond in de afbeelding hieronder.

Je ziet precies hoeveel studiepunten de student heeft behaald in welke periode. Ook toont het de voortgang van het GPA per periode.

Er zijn twee rapporten met grafieken waarmee je de studievoortgang versus cohort kunt afdrukken.

1. Studievoortgang groep versus cohort menu 9.3.13

2. Studievoorgang student versus cohort menu 9.3.14

Let wel er moeten eerst langere tijd studiepunten geregistreerd worden in de gedefinieerde studievoortgang periodes om zinvolle rapporten uit te draaien. Op dit moment (september 2017) zit er nog onvoldoende in Osiris om dit verder uit te kunnen werken.

Het overzicht toont de studievoortgang, gemeten in studiepunten, van een groep studenten, afgezet tegen het gemiddelde van het cohort waartoe zij behoren. De studiepunten zijn berekend aan de hand van de geldende voldoende resultaten, die zijn behaald na de ingangsdatum van het aanvangsjaar. Indien voor het selectiefilter 'Mutatiedatum geldend resultaat' een waarde is opgegeven, worden alleen de resultaten geteld, waarvan de toetsdatum voor deze datum ligt.

Het cohort omvat alle studenten die in hetzelfde jaar aan de instelling zijn gestart en in dat collegejaar een inschrijving met actiefcode 4 hebben en staan ingeschreven als student.

De groep is een subset van het cohort. Het omvat alle studenten uit het cohort die voldoen aan de opgegeven selectiecriteria.

Het overzicht toont de studievoortgang van de student, gemeten in studiepunten, afgezet tegen het gemiddelde van zijn cohort. De studiepunten zijn berekend aan de hand van de gegevens op het studievoortgangsoverzicht.

Het cohort betreft alle studenten die staan ingeschreven op hetzelfde examenprogramma en dezelfde vorm(voltijd/deeltijd/duaal) als de student en in hetzelfde jaar zijn gestart met de opleiding (aanvangsjaar)

Het aanvangsjaar is als volgt bepaald: 

Op basis van de aanvangsdatum die bij het examenprogramma van de student is opgegeven.

Als de aanvangsdatum niet bekend is, wordt met behulp van de inschrijfhistorie gekeken in welk jaar de student voor de betreffende fase is gestart, hierbij wordt alleen naar inschrijfregels met actiefcode '4' gekeken.

Als de student nog geen inschrijfregel heeft voor de betreffende fase (de student heeft zijn propedeuse nog niet afgerond, maar is wel gestart met de hoofdfase), dan wordt gekeken in welk jaar de student met de opleiding is gestart, hierbij wordt alleen naar inschrijfregels met actiefcode '4' gekeken. Daar wordt dan vervolgens 1 jaar bij opgeteld.